Chiny juni 2011
Chiny sur Semois, 17 t/m 19 juni Het is inmiddels al weer een tijdje geleden dat we met onze vereniging de zuidelijke rivieren in België bezochten. Eigenlijk zo lang geleden dat de Belgen inmiddels al een regering hebben gevormd. Shame on me! Anyway, wederom vertrokken er een aantal mafketels naar de Semois, net als het jaar ervoor. Alleen dit keer niet naar het plaatsje Auby sur Semois, maar naar camping ‘Le Canada’ in Chiny sur Semois, nabij Florenville.
Het was al erg vroeg in de ochtend toen ik met mijn fietsje bepakt met hengels, twee tassen…… en een krat bier over straat naar Pieter zwabberde. Gelukkig kwam alles in oorspronkelijke staat op bestemming aan. Pieter had ook al zijn rotzooi in de gang verzameld waarna hij zich verbaasde over de bende die ik had meegenomen, je moet toch op alles voorbereid zijn, toch? Niet veel later kwam Theo met zijn luxe bolide voorgereden. Alles werd zorgvuldig ingepakt en verdeeld in de achterbak van de Mercedes, waarna we nog een bakkie troost naar binnen goten en de hoop uitspraken op een droog weekend en goede vangsten.
![]() |
Weldra vertrokken we richting zuiden terwijl de altijd vriendelijke Roos ons hartelijk uitzwaaide. De reis ging lekker ontspannen, er werd gebabbeld over werk, over wat we allemaal hadden uitgespookt vroeger en natuurlijk het vliegvissen zelf.
Na een aantal zakelijke telefoontjes kon voor Theo het weekend ook beginnen. Voor we het wisten reden we door Luik of Liège zoals ze dat daar noemen Gelukkig heeft Theo veel ervaring op de weg want we moesten hier en daar toch een andere route nemen waardoor we ook eens de mooiere kanten van het overwegend grauwe Luik zagen.
Na een bak koffie en een hapje vervolgden we onze route en reden al snel de camping op. Daar bij de ingang, stond ons welkomst comité met Yke, Antoine en Marcel hun kamp al op te slaan.
Het weer was een beetje grauw maar we hadden goede hoop. De camping was mooi gelegen maar kreeg het idee dat het een beetje vergane glorie was, al zal het weer daar aan bijgedragen hebben. Voor ons was het ideaal. De stacaravan zag er goed uit en de kamers waren snel verdeeld. De tortelduifjes Willem en Adriaan sliepen samen en ikzelf moest me behelpen met Pieter. Theo sliep in de woonkamer annex keuken annex hal. De vergunningen voor de Semois - welke uitgeschreven werden door de Societe de Peche de Chiny "Les Trois Truites"- moesten we halen bij een klein supermarktje in Chiny. Gelukkig sprak een jonge kerel een beetje Nederlands, want dat platte Frans van die inwoners was niet te volgen, heb al moeite met ‘normaal’ Frans.
Nadat alles op orde was gemaakt, konden we beginnen. Het water bij de camping was een beetje bruinig door het slib van de bodem, maar zag er mooi uit, vooral met de schitterende brug met bogen. Ik vertrok stroomopwaarts om eens goed te kijken hoe de rivier zich een weg baande door het landschap. Af en toe zag ik een flinke vis zwemmen wat nog het meeste leek op kopvoorn.
Het vangen ging niet echt van harte, je moet altijd even inkomen en de rivier begrijpen. Waar azen de vissen op, welke soorten zijn het, waar houden ze zich op en wat is de hengeldruk geweest. In ieder geval wist ik een aantal kleine witvisjes te verschalken.
![]() |
De altijd positieve Willem had het al over een meter vis, weliswaar verdeeld in 15 ‘stukken’. Na een tijdje liep ik terug naar de camping, waarbij Pieter meeliep die ik onderweg tegen kwam. De andere hadden ook al hun vertrekvlag gehesen en stonden hongerig te wachten. Verhalen werden uitgewisseld en nieuwe plannen werden gesmeed.
Voor de verzorging van onze innerlijke zelf zouden we gaan eten in Chiny, maar dat was uitgestorven waarna we maar doorreden naar Florenville. Na een tijdje te hebben rondgelopen en diverse zaakjes te hebben vergeleken zakten we in de stoeltjes op het terras van ‘Brasserie Albert 1er’ Weldra stonden de Stella Artois, en Ricard voor Yke, onder onze neuzen. Heerlijk na zo’n dagje vissen. Het eten was erg goed en na het dessert begon het bij de meesten alweer te kriebelen. Naar het water moesten we! Er werden door dezen of genen nog een paar visjes gevangen.
Marcel kon mij en Pieter nog even in de maling nemen toen we naar het water stonden te kijken (lekker romantisch).
Het blijft een knotsgekke groep malloten die VVMN. ’s Avonds, tja, ’s avonds, het bier vond gretig aftrek evenals de verhalen. Het was dan ook redelijk laat toen was onze nest indoken.
De volgende dag begon al met lawaai wat ik de hele nacht al had gehoord, regen dacht ik nog, maar het hield op toen Pieter wakker werd ‘nee, ik snurk niet’ zei hij nog). Van het ontbijt kan ik me niet veel herinneren, wel van het vissen, want daar waren tenslotte voor gekomen. We vertrokken met Theo, Marcel en Antoine naar een andere stek meer stroomafwaarts. Via Chiny en een bospad vol met kuilen en gaten, kwamen we in een bos met een parkeer plek speciaal voor leden van de Trois Truites, ideaal. Na te zijn opgetuigd liepen we naar beneden naar de rivier. Het was hier nog mooier en het water wat wilder.
![]() |
Al snel kreeg ik mijn eerste forelletje in mijn handen, wat een mooie beestjes zijn het toch. Ik liep nog wat verder en ving ondertussen aardig wat kleine kopvoorntjes en forelletjes. Bij een flinke pool, waar aan de overkant de rotsen loodrecht uit het water staken, zag ik enorme kopvoorns zwemmen. Wat ik ook deed, niets. Je weet eigenlijk al bij voorbaat dat het niet gaat lukken, maar toch probeer je het. Dat maakt het enorm leuk, want af en toe vang je ze dus wel, en meestal als je het niet verwacht. Na deze pool had ik mijn zinnen weer op de rivier gezet. Pieter was al een tijdje uit het zicht verdwenen en Marcel en Antoine bleven volgens mij wat langer op de plek waar we het water in liepen.
Ik vind het heerlijk om door de bossen te banjeren en mooie plekjes van de rivier te ontdekken. Na een tijdje kwam ik dus zo’n plekje tegen. Het water met waterranonkel werd op sommige stukken tussen droge kiezelbedden geperst wat stroomversnellingen veroorzaakten. Je hoeft geen expert te zijn om te weten dat hier forel zit. Met een beetverklikkertje (dobber zoals je het noemen wilt) kon ik de hoogte van mijn nimf precies afstellen. Na een paar worpen zag ik de forellen vanuit het waterranonkel naar mijn vlieg schieten. Het gaat allemaal zo snel dat je eerst een aantal keer misslaat. Gelukkig kon ik er toch zeker een flink aantal van die duiveltjes vangen. Rond het middag eten zouden we terug gaan maar terwijl Pieter, Theo en ik bij de rivier aan het wachten waren, stonden Antoine en Marcel dat bij de parkeerplek te doen. De lunch ging er makkelijk in waarna er nog wat gevist werd vlakbij de camping. Adriaan had leuk gevangen voorbij de brug na een watervalletje.
Meerdere personen dachten het daar ook eens te proberen waaronder ikzelf, Pieter en Willem. Maar al snel werden we weg gestuurd door twee unieke Belgen. Ze baanden zich al mopperend (pêche interdite!) een weg door het hoge riet om maar bij Willem te komen, maar leken steeds te verdwalen. Ik stond op een verhoging en zag het komisch schouwspel aan. Het was ook al weer tijd voor het avond eten die we weer in Florenville nuttigden. De bediening bestond dit keer uit charmante dames en het was binnen vanwege het weer drukker. Ik bestelde net als de dag ervoor steak met champignonsaus. Willem wilde weer eens wat anders, en in plaats van het kippetje nam hij de kikkerbilletjes. Het smaakte hem erg goed want het zat van oor tot oor.
![]() |
De avond vis-sessie ging wat moeizamer, heb nog wel wat kunnen vangen maar moest continu de wal op klimmen omdat het eten iets losgemaakt had, wat ik liever niet los had willen hebben. Het gaat namelijk nogal moeilijk met een waadpak, kan ik jullie vertellen.
Na het vissen hebben we de dag gevierd met lokale kaas en worst en natuurlijk vergezeld met een biertje of wijn. Na alle gezelligheid doken we wederom ons nest in voor een goede nachtrust.
De volgende ochtend na het uitgebreide ontbijt met eieren en spek heb ik het nog geprobeerd aan de rand waar je eigenlijk niet mocht vissen. Heb er toch nog twee forelletjes uit kunnen halen. De rest van de ochtend hebben we besteed aan het schoonmaken van de caravan waarna al snel het einde in zicht kwam. Na iedereen gedag te hebben gezegd reden we weer naar Nederland.
De terug reis gaat altijd rustiger, je hebt veel om over na te denken en hebt nog wat slaap om in te halen. Maar kan altijd thuis zeggen als ik met de kerels van de VVMN ben weg geweest: ‘Het was weer fantastisch’!