Vliegvis Vereniging Midden Nederland

Vliegvissen in de Rijn, het verrassende alternatief!

   Wilbert flier & IJke van Randen

 

Waarom vliegvissen in de Rijn?

 

De Rijn (na Wijk bij Duurstede verandert de naam in de Lek) ontspringt aan de voet van de Zwitserse alpen en meandert door Duitsland en Nederland naar de Noordzee en is daarmee één van de grote Europese Rivieren. De rivier heeft bij velen nog een slechte naam als het gaat om waterkwaliteit. Bedoelde en onbedoelde lozingen door Zwitserse en Duitse chemische industrie, zware metalen door Franse mijnactiviteiten en hoge gehaltes aan nitraten en fosfaten afkomstig van de landbouw hebben een sterk negatief effect gehad op de visstand van de Rijn gedurende grote delen van de 20ste eeuw. De aanleg van stuwen en waterkracht centrales in de benedenloop van de rivier verhinderde de paaitrek van een aantal anadrome (voornamelijk in zout water levende vissen die paaien in de bovenloop van rivieren) vissen zoals de Fint, Elft Houting en Zeeforel en Zalm. De combinatie van verslechtering van het riviermilieu en barrières voor trekkende vissen hebben een grote invloed gehad op de dramatische achteruitgang van deze soorten.

Deze donkere periode in de recente geschiedenis van de Rijn ligt gelukkig achter ons. Grensoverschrijdende initiatieven om de waterkwaliteit te verbeteren en vismigratie te bevorderen hebben een sterk positief effect gehad op de visstand van de Nederrijn. Er leven nu weer ca. 63 vissoorten (Bron Trendsinwater.nl) in de rivier. Zeeforel en zalm worden weer gevangen door sportvissers en ook andere min of meer uitgestorven vissoorten lijken langzaam weer bezit te nemen van de rivier. De Roofblei vormt als nieuwkomer een welkome aanvulling op het visbestand en is een sportvis met grote potentie. Naast de voor vliegvissers bekende vissoorten zoals Snoek en Snoekbaars is de Rijn een thuis voor Winde, Blankvoorn, Brasem, Kolblei, Baars, Kopvoorn en Barbeel. Dit artikel verhaalt over onze persoonlijke vliegvis ervaringen met deze minder bekende (en daarom onbeminde?) vissoorten.

 

Waar zit de vis? Het lezen van stromingspatronen

De grote rivieren van ons land hebben op het eerste gezicht weinig gemeen met de forel en vlagzalm beken en bergriviertjes waar veel vliegvissers van zwijmelen. Toch is er voor de oplettende visser veel structuur te ontdekken in de rivier. De hoofdstroom wordt op grote delen van onze rivieren afgeremd door stenen dammen (kribben) waardoor er tussen de kribben keerstromen ontstaan. Zanddeeltjes die door de hoofdstroom wordt meegevoerd bezinken in het rustige “oog” binnen de keerstroom, waardoor zandplaten ontstaan. Naast ondiepe zandplaten zijn er ook diepe stroomgaten in de rivier. Bovenstrooms van de punt van een krib is een diep gat uitgesleten, de neer. Ook in buitenbochten van de rivier worden vaak stroomgeulen uitgesleten. Deze erosiegevoelige plaatsen zijn vaak extra verstevigd met basaltdammen op de oever en daaraan gemakkelijk te herkennen. Vissen in de rivier zijn vaak te vinden op plaatsen waar voedsel ophoopt, dus bij de neer, stroomgeulen, langs basaltoevers en kribben (beschutting) en taluds bij zandplaten.

De diverse vissoorten hebben vaak favoriete plekken in de rivier. Zo azen blankvoorn en brasem tijdens zomeravonden vaak op de ondiepe zandplaten terwijl roofblei juist in de sterke hoofdstroom jaagt. Grote baars ligt vaak in een hinderlaag bij basaltblokken, windes scharrelen graag over stenige bodems die vaak te vinden zijn bij oude steenfabrieken aan de rivier. Eigenlijk weten we nog maar zo weinig over het gedrag van vissen in onze rivieren dat er voor vliegvissers nog veel te ontdekken is.

Materiaal & meer

Voor het belagen van snoek en snoekbaars is een stevige 9 voets #7 of #8 hengel op zijn plaats. Voor de visserij zoals die wordt beschreven in dit artikel is een is een AFTMA #4 of #5 hengel meer dan voldoende. Strakke pook of zachte “full flex”? We hebben ons lang wijsgemaakt dat de hengelactie ertoe doet, maar eigenlijk is dit apekool, laat ieder het maar lekker zelf uitzoeken! De eisen die aan de vliegenreel worden gesteld zijn beperkt, door het zand en slib in de rivier is het handig als de reel soepel blijft lopen na een paar onderdompelingen en ook een val tegen de stenen op de krib is een veelvoorkomend bedrijfsongeval. Wij gebruiken een drijvende WF vliegenlijn die we elke keer na het vissen in een warm sopje van afwasmiddel laten weken en daarna schoonwrijven en invetten. Aan de vliegenlijn monteren we een drijvende 5 voets polyleader of een tapse nylon leader met aan het eind een metalen microringetje. Aan dit ringetje binden we een tip van 1-3 meter fluorocarbon of nylon in een dikte van 4X tot 7X. Hoe minder knopen in de leaderopbouw, hoe sneller de nimf zal kunnen afzinken. Hoe nemen we een aanbeet waar? Wederom is dit een kwestie van smaak en gewenning. Één van ons (IJvR) vist graag met een foam beetverklikker bij statisch vissen op de wind en de stroming, terwijl de ander (WF) zweert bij direct lijncontact.

Lieslaarzen zullen in veel gevallen voldoende zijn om op de zandplaten en bij kribben te vissen, maar de verraderlijk diepe stroomgaten rond de zandplaten en de beroepsvaart kunnen altijd zorgen voor een onverwachte verfrissing. Voor de meer avontuurlijke aangelegde vliegvissers is een waadpak en waadstok sterk aan te raden, hoewel ook deze uitdossing geen droge kleding garantie geeft!

 

Lieslaarzen zullen in veel gevallen voldoende zijn om op de zandplaten en bij kribben te vissen, maar de verraderlijk diepe stroomgaten rond de zandplaten en de beroepsvaart kunnen altijd zorgen voor een onverwachte verfrissing. Voor de meer avontuurlijke aangelegde vliegvissers is een waadpak en waadstok sterk aan te raden, hoewel ook deze uitdossing geen droge kleding garantie geeft!

De Rijnvisserij het jaar door….

Er zijn in Nederland maar weinig rivieren die zoveel verschillende gezichten kennen als de Rijn. De meest geschikte vistechnieken veranderen soms dagelijks, en de vliegvisser moet zich meer nog dan zijn collega’s in Petrus aanpassen aan de dan heersende omstandigheden. Waterstand, stroomsnelheid, helderheid, pleziervaart en binnenvaart zijn de belangrijkste variabelen waarmee een vliegvisser rekening dient te houden. Vervelend? Wel nee! Dat maakt vliegvissen op onze grote rivieren zo’n uitdaging.

Winter In de winter is de waterstand van de rivier vaak verrassend laag doordat alle neerslag in de bovenloop van de Rijn als sneeuw en ijs wordt vastgehouden. In de winter is de Rijnvisserij vooral een snoekbaars visserij in de diepe kuilen of in openingen met zandwinningplassen. Voorn en andere witvis is vaak moeilijk te vangen, hiervoor kun je beter uitwijken naar havens en nevengeulen.

Voorjaar In het vroege voorjaar, zo rond maart en april breekt met het smeltwater vanuit de Alpen een periode van hoge waterstanden aan. Kribben zijn alleen te herkennen aan de bakens voor de scheepvaart, uiterwaarden staan onder water en pontveren moeten noodgedwongen aan de ketting. Het is tijd voor de grote voorjaarsschoonmaak, het water stroomt furieus en heeft de kenmerkende ‘koffie verkeerd kleur’ door opgedwarrelde zand- en kleideeltjes. Hoe hopeloos de situatie voor de vliegvisser dan ook lijkt, de opening van het vliegvisseizoen komt ras naderbij! Als het water zakt, en de grootste troebelheid is weggespoeld naar zee, dan wordt het tijd om de optrekkende voorns en brasem te belagen die op de zandplaten en in de neer op zoek zijn naar nimfen en andere hapjes om zich vol te vreten na de lange winter.  In die periode kan het driften op de wind en stroming met lange leaders succesvol zijn. Op de kop van de krib wordt de lijn stroomopwaarts geworpen, en via een gecontroleerde ‘swing’ naar de neer, direct benedenstrooms achter de kop van de krib gebracht. Lange en dunne leaders van 3-4 meter 6X zijn vaak nodig om de verzwaarde nimfen diep genoeg te kunnen vissen. Hierbij is een beetverklikker onontbeerlijk, net als een grote voorraad nimfen. Als de rivier verder tot rust komt, en daarmee ook de stroomsnelheid tussen de kribben kleiner wordt, dan kan er ook tussen de kribben op de zandplaten worden gevist. Daarnaast zijn de geulen tussen zandplaten, steile randen en de steenstorten bij de kribben goede stekken waar met een drijvende polyleader en een 2 meter lange tip goed gevangen kan worden. Blankvoorn, Baars, Winde en Kolblei laten een langzaam binnengestripte ijsselnimf (#8-12) of wooley bugger in de kleuren geel en oranje niet snel voorbijgaan. De aanbeten zijn overduidelijk zichtbaar/voelbaar, een beetverklikker is eigenlijk overbodig, houd wel te allen tijde goed contact met de nimf.

VoorzomerAls de waterstand van de IJssel te laag dreigt te worden voor de beroepsscheepvaart, worden de stuwen in Driel, Amerongen en Hagestein gesloten, en veranderd de Rijn in een langgerekte waterplas met af en toe een noemenswaardige stroming in de vaargeul, buiten bereik van de gemiddelde vliegvisser. De watertemperaturen nemen nu snel toe, muggen, haften en vele andere insecten kenmerkend voor laaglandrivieren zwermen op een zwoele avond over de rivier en de uiterwaarden. Fonteinkruiden en andere waterplanten koloniseren de ondiepten nabij de oever en de zandplaten tussen de kribben. De vliegvisser moet zich aanpassen aan deze veranderde omstandigheden. De vis wordt moeilijker te verleiden met een fel gekleurde grote ijsselnimf en de vis is ook meer verspreid omdat de stromingspatronen grotendeels verdwenen zijn. Het is de tijd van de avondvisserij, het gouden uur tot zonsondergang. Een 2,5-3 meter lange 6X leader met een Ritz D, Rijn nimf of Killer bug op haakje 14-16 is vaak nodig om de vis tot bijten te verleiden. Als de vis vlak onder het wateroppervlak actief is, kan ook een zwart miertje of een kleine bruine palmer effectief zijn. De spanning van het ongezien naderen van een schooltje azende blankvoorns of windes, de frustratie van het speels nippen aan de droge vlieg, en de glimlach na het onthaken van een kerngezonde vette winde na een snelle dril aan een dunne lijn hoeft niet onder te doen voor een dag aan de Traun of een andere droomrivier. Misschien verdient de Rijn het zelf wel een droomrivier te zijn………. Denk nu niet dat vangsten van meer dan 20 vissen op een zomeravond normaal zijn, de vis is erg kritisch en ook de weidsheid van het water laten megavangsten vaak niet toe. Maar leuk is het wel!

Een relatief onbekende sportvis in de Rijnvisserij is de barbeel. De Barbeel is een gewaardeerde tegenstander in Spaanse rivieren, Duitse Eifelbeken en in onze eigen Grensmaas, maar er wordt bijna niet gericht op gevist in de Rijn. Ten onrechte! De Barbeel voelt zich thuis op een stenige of zandige bodem, vaak in diepe gaten met een hoge stroomsnelheid. In delen van de rivier waar kribben ontbreken (vaak bij bruggen) en zware basalt steenstorten de oever beschermen tegen afkalving voelt de Barbeel zich meer dan thuis. Deze plekken kunnen vaak alleen maar vanaf de oever worden bevist, de sterke stroming en de verraderlijke gaten laten veilig waden niet toe. Vliegvissers kunnen proberen deze sterke vis te belagen met grote (#6-8) langstelige goudkop nimfen in diverse felle kleuren. Ook grote leadheads kunnen vis opleveren. Voor deze visserij is ‘short line nymphing’ de meest aangewezen methode. Deze techniek is wezenlijk niet anders dan opstroomse Czech nymphing, maar dan met een langere lijn buiten de hengel. Een goede beetverklikker is noodzakelijk, ons bevalt een stuk oranje Dacron backing tussen polyleader en onderlijn het beste. De ca. 20 cm lange indicator wordt door lus-in-lus verbindingen aan de lijn vastgemaakt en vóór het vissen drijvend gemaakt met lijnenvet.

Nazomer In de vakantieperiode is de Rijn het domein van watersporters en zwemmers, en gecombineerd met lage waterstanden is dit een tijd om de hengel even rust te gunnen, hoewel er op de zandplaten en tegen de kribben bij avond leuke scholen-roofblei en ook windes zijn te vangen. In de nazomer is de waterstand vaak weer hoger, en zijn de vissen actiever bezig om zich dik te vreten aan het rijke insectenleven en kleine visjes. Na een periode van harde westenwind kan het leuk zijn om de windzijde van kribben af te vissen met een Ritz D nimf of een andere all round nimf. Vaak kruisen winde en roofblei aan de windzijde van de basaltblokken op zoek naar snacks. Niet blijven staan bij één krib, maar elke 10-15 minuten een nieuwe krib afvissen is het parool, de beloning van een paar 50cm+ windes tijdens een uurtje vissen is het lopen waard. Vergeet ook niet de droge vlieg, vaak worden bij windvlagen insecten uit de hoge vegetatie op het water geblazen, tijd voor een foam miertje of een palmer #12-14.

Omdat het water vaak lang een aangename temperatuur heeft, is het ook mogelijk om roofblei te belagen vanaf de kop van de kribben of andere plaatsen waarbij de vliegvisser de sneller stromende delen van de rivier kan aanwerpen.

 4

Herfst Tegen het eind van september loopt de zomervisserij in de Rijn op zijn eind. Troebel water en hoge waterstanden door regenval hogerop in het Rijnbekken maken geleidelijk een eind aan de zichtvisserij. Het vissen op Snoekbaars kan nog steeds aantrekkelijk zijn, en ook kan er gericht gevist worden op Baars met kleine streamertjes. Langzaam maakt de actieve vliegvisserij plaats voor de winterrust en het verlangen naar een nieuwe lente.

Vanggarantie?

Lang is het vliegvissen op voorn en andere ‘gewone’ vissoorten in de Rijn onderbelicht gebleven. Hoewel de winde en brasemtrek elk voorjaar weer vele vliegvissers naar de IJssel en de randmeren doet racen bij het verlossende telefoontje van een “vissende kennis van een vriend van een ver familielid” lopen nog niet veel mensen warm voor de Rijnvisserij. De riviervisserij op Roofblei en Snoekbaars heeft wel een zekere faam, maar er is meer!!!!! Er komen in het Nederlandse stroomgebied van de Rijn naar schatting 42 vissoorten voor, en elk jaar worden weer nieuwe verrassingen gemeld door visbiologen en hengelsporters. Met het gereedkomen van de nieuwe vistrappen bij de drie stuwen in de Nederrijn worden de kansen op herstel van Zeeforel en Zalm populaties groter, ook de Elft en de Fint lijken te profiteren van de nieuwe situatie. De vliegvisserij in de Rijn is nog niet een uitgekauwde zaak, er valt nog zo veel te experimenteren en te leren. Hopelijk kunnen onze vliegvis ervaringen op de rivier dienen als startpunt voor andere doorzetters die zich aangetrokken voelen door deze weidse, machtige rivier.

Our website is protected by DMC Firewall!